Belanghebbende, X, is eigenaar van een kantoorvilla bestaande uit vier bouwlagen. In 2014 zijn de eerste en tweede verdieping van het pand als kantoorruimte verhuurd en staat de rest leeg. In geschil is de WOZ-waarde 2014. Rechtbank Overijssel verlaagt de WOZ-waarde van € 1.963.000 naar € 1.900.000. De rechtbank draagt de heffingsambtenaar op de aanslag OZB gebruikersbelasting te herzien in die zin dat aan X alleen een aanslag OZB gebruikersbelasting moet worden opgelegd voor dat deel van de waarde dat betrekking heeft op de verhuurde verdiepingen.
Hof Arnhem-Leeuwarden stelt de WOZ-waarde 2015 van het deels leegstaande kantoorpand van X in goede justitie vast op € 1.400.000. Het hof vermindert de heffingsgrondslag voor de eigenarenbelasting van de OZB naar hetzelfde bedrag. Op grond van de wettelijke bepalingen geldt voor de gebruikersbelasting van de OZB dezelfde heffingsgrondslag, maar partijen stellen zich gezamenlijk op het standpunt dat voor de gebruikersbelasting moet worden uitgegaan van 60% van de WOZ-waarde, te weten de waarde van (enkel) het verhuurde deel van het kantoor. Gelet op het door de heffingsambtenaar gevoerde beleid zal het hof partijen hierin volgen. Het hof vermindert de heffingsgrondslag voor de gebruikersbelasting naar € 840.000. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 2 februari