De Staatssecretaris van Financiën heeft het Beleidsbesluit belastingplicht en fiscale eenheid omzetbelasting uitgebracht. In dit besluit is het Besluit van 28 april 2021, 2021-9403 (Stcrt. 2021, 22627, V-N 2021/23.11) over de BTW-behandeling van werkzaamheden van toezichthouders en van leden van diverse commissies opgenomen.

Daarbij zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht. Tevens zijn wijzigingen opgenomen die verband houden met de invoering van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. Verder geeft dit besluit beleidsregels over de fiscale eenheid, zoals genoemd in art. 7 lid 4 Wet OB 1968, en over de belastingplicht van holdings, waarmee de zgn. holdingresolutie (Besluit van 18 februari 1991, VB91/347, V-N 1991/715.14) komt te vervallen.

Het besluit geeft in onderdeel 2 een invulling aan het begrip ‘zelfstandig’ zoals genoemd in art. 7 Wet OB 1968. Dit met het oog op de BTW-behandeling van de werkzaamheden van natuurlijke personen die optreden als toezichthouder, als lid van een bezwaaradviescommissie of van andere daarmee te vergelijken werkzaamheden zoals genoemd in dit besluit. Daarnaast bevat dit besluit in onderdeel 3 enkele aanwijzingen met betrekking tot de fiscale eenheid BTW. In dat kader komt de belastingplicht van holdings aan de orde en is een goedkeuring getroffen voor opname in de fiscale eenheid van een holding die een sturende en beleidsbepalende functie vervult binnen het concern. Deze goedkeuring is overgenomen uit de holdingresolutie.

Het besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2025.

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

[Nieuwsbron]

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 11 december

Informatiesoort: VN Vandaag

711

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen