Belanghebbende, het Belgische X nv, is een houdstervennootschap en houdt belangen in diverse vennootschappen. De vennootschappen zijn met name gevestigd in Nederland en België. Een van de vennootschappen is A bv. A bv keert in 2018 een dividend van € 2 mln uit aan haar aandeelhouders. Hierbij houdt A bv 5% dividendbelasting in. X bv is het hier niet mee eens. Volgens haar heeft zij recht op de inhoudingsvrijstelling van art. 4 lid 2 Wet DB 1965.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X nv recht heeft op toepassing van de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting. Volgens de rechtbank ontzenuwt X nv namelijk het vermoeden dat de door haar opgezette constructie leidt tot het ontgaan van dividendbelasting en misbruik. De rechtbank overweegt daarbij dat X nv belangen houdt, verwerft en vervreemdt in een aantal Nederlandse en Belgische deelnemingen en dat deze deelnemingen, zoals ook A bv, direct of indirect een onderneming drijven. Verder stelt de rechtbank vast dat X nv in enkele Belgische deelnemingen een sturende invloed heeft. Daarbij is ook nog van belang dat X bv over een eigen kantoorruimte beschikt in de woning van haar bestuurder en dat zij jaarlijks ruim € 650.000 aan kosten maakt. X nv maakt volgens de rechtbank voldoende aannemelijk dat zij een materiële onderneming drijft en in dat kader ook het belang in A bv aanhoudt. Aan X nv komt dan ook reële betekenis toe en er is een economische en commerciële rechtvaardiging voor haar bestaan en het houden van het belang in A bv. Er is geen sprake van dat een uitsluitend formele of kunstmatige constructie is opgezet waarvoor geen economische of commerciële rechtvaardiging bestaat. De rechtbank draagt de inspecteur op om de ten laste van X nv geheven dividendbelasting aan haar terug te geven.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Dividendbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 17 juli