X woont in Nederland en ontvangt inkomsten uit dienstbetrekking en een werkloosheidsuitkering uit België. Bij de IB-aanslag 2010 berekent de inspecteur de compensatie zoals bedoeld in art. 27 Belastingverdrag Nederland-België 2001 op € 540. In geschil is of de Belgische RSZ-premies in aanmerking kunnen worden genomen bij de berekening van de compensatie. Volgens X moet met deze premies rekening worden gehouden omdat ze zijn te vergelijken met de Nederlandse volksverzekeringen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Belgische RSZ-premies niet in aanmerking kunnen worden genomen bij de berekening van de compensatie. De rechtbank overweegt daarbij dat de Belgische en Nederlandse autoriteiten hebben gecorrespondeerd over de compensatieregeling, en dat daarbij is afgesproken dat de RSZ-premies niet vergelijkbaar zijn met de Nederlandse volksverzekeringen. Volgens de rechtbank zijn de RSZ-premies werknemersverzekeringen en is het verrichten van arbeid noodzakelijk om daarop recht te hebben. Het gelijk is aan de inspecteur.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 15 juli