Rechtbank Den Haag oordeelt dat de voordelen die X bij de verkoop van de aandelen heeft verkregen mede een beloning vormen voor de door hem verrichte werkzaamheden. Er is sprake van inkomen uit met een werkzaamheid verband houdend lucratief belang.

Belanghebbende, X, werkt als ‘lead scientist' bij A bv. De werkzaamheden van X leiden tot de ontwikkeling van intellectueel eigendom. Een deel van dit product is direct toepasbaar binnen het A-concern, en een deel vormt een ‘bijproduct'. X werkt vervolgens aan een businessplan om het bijproduct op de markt te brengen. Het bijproduct wordt vervolgens in Y Ltd. ingebracht. Aan X wordt vervolgens de mogelijkheid geboden om 125 aandelen Y Ltd. te kopen voor £ 0,01 per aandeel. X koopt de aandelen in 2006 voor £ 1,25 en verkoopt de aandelen in 2011 voor € 136.556. De inspecteur is van mening dat er sprake is van inkomen uit met een werkzaamheid verband houdend lucratief belang in de zin van art. 3.92b Wet IB 2001. X is het daar niet mee eens. Volgens hem is er geen sprake van een bron van inkomen.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat er wel degelijk sprake is van een bron van inkomen. De rechtbank overweegt daarbij dat de grootaandeelhouder in Y Ltd. circa £ 2 mln in Y Ltd. heeft geïnvesteerd, en dat X, gezien zijn geringe investering, redelijkerwijs een voordeel kon verwachten. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de voordelen die X bij de verkoop van de aandelen heeft verkregen mede een beloning vormen voor de door hem verrichte werkzaamheden. Hierbij acht de rechtbank van belang dat er een verband bestaat tussen het aandeelhouderschap van X en de bijdrage die hij heeft geleverd aan het businessplan van Y Ltd. Daarnaast wijst de rechtbank er ook nog op dat niet iedereen in staat is gesteld om aandelen in Y Ltd. te verwerven. Deze mogelijkheid werd namelijk uitsluitend aangeboden aan X en met hem vergelijkbare personen. De aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 4 december

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen