Advocaat-generaal Ettema concludeert dat het hof ten onrechte op het niveau van de fe toetst of de vrijstellingen van toepassing zijn. Aangezien de fe een fictie is die alleen bestaat voor BTW-doeleinden, verrichten de leden van de fe prestaties in het economische verkeer, en niet de fe.

Stichting A en B bv maken onderdeel uit van belanghebbende, Fiscale eenheid X. Zij verrichten prestaties op het gebied van de zorg. A houdt zich bezig met het verzorgen en verplegen van personen met een verstandelijke beperking, waarvoor zij is erkend als ‘medische inrichting’ en als ‘instelling van sociale aard’. B bv verricht 24-uursdiensten die door zorginstellingen worden afgenomen met het oog op het verlenen van zorg aan personen die in de instelling verblijven (intramurale zorg) en aan personen die niet in de instelling verblijven (extramurale zorg). B bv is niet erkend als medische inrichting of sociale instelling. In geschil is de toepassing van de medische BTW-vrijstelling (art. 11 lid 1 onderdeel c Wet OB 1968). Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de vrijstelling van toepassing is voor zover de 24-uursdiensten worden verricht aan externe zorginstellingen die intramurale zorg verlenen. De vrijstelling van art. 11 lid 1 onderdeel g sub 1 onder a Wet OB 1968 is niet van toepassing op de 24-uursdiensten die worden verleend aan externe zorginstellingen die extramurale zorg verlenen. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de vrijstelling van art. 11 lid 1 onderdeel c of onderdeel f Wet OB 1968 van toepassing is voor zover de 24-uursdiensten worden verricht aan externe zorginstellingen die intramurale zorg verlenen. De vrijstelling van art. 11 lid 1 onderdeel f Wet OB 1968 is van toepassing voor zover de 24-uurdiensten worden verricht aan externe zorginstellingen die extramurale zorg verlenen. Daarbij gaat het hof er vanuit dat de beoordeling van de vraag of de vrijstellingen van toepassing zijn, moet plaatsvinden op het niveau van de fe en niet op het niveau van het lid van de fe dat de diensten verricht. De staatssecretaris gaat in cassatie.

Advocaat-generaal Ettema concludeert dat het hof ten onrechte op het niveau van de fe toetst of de vrijstellingen van toepassing zijn. Aangezien de fe een fictie is die alleen bestaat voor BTW-doeleinden, verrichten de leden van de fe prestaties in het economische verkeer, en niet de fe. Zij kunnen voor hun prestaties worden erkend als inrichting of instelling als bedoeld in de vrijstellingsbepalingen. Voor de 24-uursdiensten bestaat dan geen recht op een BTW-vrijstelling. De A-G adviseert de Hoge Raad om de zaak zelf af te doen.

Lees ook het thema Non profit: vrijgesteld van btw of toch belast?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 7

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 1 mei

68

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen