Het Hof van Justitie EU oordeelt dat art. 53 Btw-richtlijn niet van toepassing is op de interactieve erotische videochats die Westside levert aan StreamRay. De diensten van Westside zijn namelijk geen diensten die erop zijn gericht om de klanten het recht op toegang tot het materiaal te verlenen.
Het Roemeense SC Westside Unicat SRL exploiteert een video-opnamestudio en brengt bij het Amerikaanse StreamRay USA Inc. erotisch digitaal materiaal (videochats) met modellen op de markt. De modellen sluiten een overeenkomst met Westside. StreamRay int de vergoedingen van haar cliënten en betaalt een deel door aan Westside, die op haar beurt de modellen betaalt. Naar aanleiding van een belastingcontrole stelt de Roemeense Belastingdienst dat de plaats van de diensten die Westside voor StreamRay verricht in Roemenië ligt. Westside is het hier niet mee eens. De Roemeense rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat art. 53 Btw-richtlijn niet van toepassing is op de interactieve erotische videochats die Westside levert aan StreamRay. De diensten van Westside zijn namelijk geen diensten die erop zijn gericht om de klanten het recht op toegang tot het materiaal te verlenen. Ook zijn zij geen daarmee samenhangende diensten. De diensten van Westside zijn eerder te bestempelen als diensten die noodzakelijk zijn voor het uitzenden van het materiaal door StreamRay onder haar eigen klanten. Het Hof van Justitie EU legt nog uitgebreid uit dat het Geelen-arrest (8 mei 2019, C‑568/17, V-N 2019/23.14) niet van toepassing is op de casus van Westside.
Lees ook het thema Btw: plaats van dienst.