Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente 's-Hertogenbosch voldoende kenbaar heeft gemaakt dat ter plaatse betaald parkeren geldt en dat de maximale parkeerduur één uur is.

Aan belanghebbende, X, is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. X stelt dat voor hem ten tijde van het parkeren vanaf de straatzijde niet kenbaar/zichtbaar was dat ter plaatse een maximale parkeerduur van één uur gold.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente 's-Hertogenbosch voldoende kenbaar heeft gemaakt dat ter plaatse betaald parkeren geldt en dat de maximale parkeerduur één uur is. Dat die beperking van de parkeerduur slechts te zien is vanaf de trottoirzijde, doet daar niet aan af. Aan X kan worden toegegeven dat het het meest ideaal zou zijn wanneer, zoals kennelijk in Hilversum wel het geval is, de maximale parkeerduur zou zijn vermeld op een bord dat direct onder het hoog op de paal geplaatste bord met het belparkeernummer en parallel daaraan, zou zijn bevestigd. Dan zou de parkeerder immers niet hoeven uit te stappen en naar de automaat hoeven toe te lopen om te zien of er wellicht een beperking aan de parkeerduur is verbonden. Toch is de rechtbank van oordeel dat daar, waar zo'n bord niet op de door X omschreven kenbare manier aan de paal is bevestigd, het op de weg van de parkeerder ligt om zich die (kleine) moeite wél te getroosten. Het beroep van X is ongegrond, de naheffingsaanslag parkeerbelasting blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 13 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen