Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk maakt dat de voor het jaar 2017 begrote bedragen in overwegende mate tot profijt leiden voor de bedrijven op de bedrijventerreinen.

X bv exploiteert een autobedrijf in Zutphen. Op haar panden zijn openbare aankondigingen aangebracht die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Aan X bv is daarom een aanslag reclamebelasting 2017 opgelegd van € 1850. De reclamebelasting wordt enkel geheven binnen een gebied waar drie bedrijventerreinen zijn gelegen. X bv is van mening dat er geen sprake is van een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor het beperken van het belastinggebied.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk maakt dat de voor het jaar 2017 begrote bedragen in overwegende mate tot profijt leiden voor de bedrijven op de bedrijventerreinen. Uit de stukken blijkt namelijk dat in 2015 de opbrengst van de reclamebelasting hoofdzakelijk aan de beveiliging van de bedrijventerreinen is besteed. Ook de voor 2016 en 2017 begrote belastingopbrengst zal hoofdzakelijk besteed worden aan de beveiliging van de drie bedrijventerreinen. Volgens het hof zijn het dan ook de op de bedrijventerreinen gelegen bedrijven die gebaat zijn bij de beveiliging van die terreinen. Verder is het hof van mening dat bedrijven die niet op één van de drie bedrijventerreinen zijn gelegen, niet meer dan bijkomstig profijt hebben van de beveiliging. De aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 227

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 3 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen