De fiscale eenheid X Beheer bv cs verzorgt opleidingen en praktijkgerichte trainingen voor financiële professionals. In 2013 constateert de inspecteur bij een boekenonderzoek dat de facturen te laat worden geboekt. Hierdoor is btw verschoven naar een later tijdvak. In geschil is of bij de naheffing terecht 30% vergrijpboetes van in totaal € 19.117 zijn opgelegd. Volgens Hof 's-Hertogenbosch is X Beheer bv willens en wetens met het oog op liquiditeitsproblemen er toe overgegaan de facturen later te boeken om de btw later te kunnen betalen. De LB-schuld van ruim € 100.000, die grotendeels betrekking heeft op het salaris van de dga, is geen strafverminderende omstandigheid. X Beheer bv gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de LB-schuld ten onrechte door het hof buiten beschouwing is gelaten bij de bepaling van de proportionaliteit van de boetes (vergl. HR 28 maart 2014, nr. 13/00279, V-N 2014/16.7, r.o. 3.3.4). De klaarblijkelijke opvatting van het hof dat belastingschulden nimmer een matigende rol kunnen spelen getuigt in zoverre van een onjuiste rechtsopvatting. De feitenrechter moet bij een boete over de strafverzwarende c.q. strafverminderende factoren een oordeel geven. Dat oordeel mag niet getuigen van een onjuiste rechtsopvatting en mag, voor zover van feitelijke aard, niet onbegrijpelijk zijn. De beoordeling of een boete in het licht van alle in aanmerking te nemen omstandigheden passend en geboden is, is ook voorbehouden aan de feitenrechter. De weging van de verschillende in aanmerking genomen omstandigheden behoeft geen motivering. Het beroep van X Beheer bv is gegrond. Volgt verwijzing naar Hof Arnhem-Leeuwarden.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f