De geheimhoudingskamer van Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur zich terecht beroept op het belang van de privacy van de betrokken ambtenaren, de controlestrategie en de interne overwegingen ten aanzien van de procespositie.

Tijdens een boekenonderzoek bij X bv naar de verschuldigdheid van overdrachtsbelasting heeft de inspecteur een informatiebeschikking genomen. Rechtbank Noord-Holland herziet de informatiebeschikking. X bv moet binnen zes weken alsnog voldoen aan de informatiebeschikking. X bv gaat in hoger beroep. In geschil is of de inspecteur terecht verzoekt om beperkte kennisneming ten aanzien van een aantal stukken.

De geheimhoudingskamer van Hof Amsterdam oordeelt dat voor de vraag of een beroep op beperkte kennisneming gerechtvaardigd is, niet los kan worden gezien van de hoofdzaak. De hoofdzaak betreft een informatiebeschikking. De inspecteur moet de omvang van de materiële belastingschuld nog vaststellen en de inspecteur kan worden gehinderd als X bv in staat wordt gesteld haar informatieverschaffing af te stemmen op de gegevens waarover de inspecteur al beschikt. Het is niet uitgesloten dat als het tot een procedure komt over een opgelegde belastingaanslag meer stukken aan X bv ter beschikking moeten worden gesteld dan nu het geval is. De inspecteur beroept zich terecht op het belang van de privacy van de betrokken ambtenaren, de controlestrategie en de interne overwegingen ten aanzien van de procespositie. De interne gedachtenvorming hoeft, als deze nog niet is afgerond, niet voor X bv toegankelijk te zijn. Het verzoek tot beperkte kennisneming wordt toegewezen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 2 juni

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen