In een beroepsprocedure vraagt het hof aan de inspecteur informatie rond de opname van belanghebbende in het bestand Fraude Signalering Voorziening (FSV). De inspecteur maakt in die informatie – die allemaal interne e-mailcorrespondentie betreft – de namen, telefoonnummers en e-mailadressen van de betrokken belastingambtenaren onleesbaar. De inspecteur doet daarbij een verzoek aan het hof om beperkte kennisneming onder overlegging van de ongeschoonde stukken.
De geheimhoudingskamer van Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de beperking van de kennisneming van door het hof gevraagde informatie gerechtvaardigd is. De kennisneming van ongeschoonde stukken zal leiden tot aantasting van het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken belastingambtenaren. Dit belang weegt in dit geval zwaarder dan het belang dat belanghebbende kennis kan nemen van die informatie.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 15 september