De heer X geniet in 2009 een bijstandsuitkering. X is in 2008 gestart met het opzetten van een administratie-accountantskantoor. Hoewel er in 2009 geen omzet is behaald, claimt X in 2009 wel zelfstandigen(- en starters)aftrek, alsmede aftrek van diverse kosten, zoals die van representatie en lunches ad € 2.940. In de bezwaarfase accepteert de inspecteur uitsluitend de afschrijving van € 260 op inventaris en de kosten van het handelsregister en kwalificeert de bron als inkomsten uit overige werkzaamheden. Rechtbank Noord-Nederland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden volgt de rechtbank in haar oordeel over de zelfstandigenaftrek en aftrek van kosten. Het hof oordeelt dat de advocaatkosten ad € 80 ter beslechting van een geschil met een voormalige opdrachtgever wel aftrekbaar zijn. De inspecteur beroept zich vergeefs op interne compensatie voor deze advocaatkosten. Door de afschrijvingskosten inventaris in de bezwaarfase uitdrukkelijk en zonder voorbehoud te accepteren, verhindert het vertrouwensbeginsel dat hij hierop thans terugkomt. Het beroep van X is deels gegrond. X verzoekt vergeefs om een schadevergoeding van minimaal € 750.000 wegens aantasting van zijn persoon en om vergoeding van vermogensschade van minimaal € 4.378.580. X heeft deze bedragen namelijk niet onderbouwd en heeft evenmin aangegeven welke causale relatie er is met de uitkomst van deze procedure.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 19 juni