Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de eerder toegekende vergoedingen van € 246 per zaak en € 1002 voor de drie zaken te hoog zijn, maar dat de inspecteur deze niet heeft bestreden. X bv krijgt in hoger beroep per zaak € 150.

X bv doet BPM-aangifte voor drie Ford personenauto’s. In dit kader voldoet X bv € 6216, € 3701 en € 6409. X bv stelt in bezwaar met succes dat respectievelijk € 502, € 186 en € 510 minder is verschuldigd conform de lagere waardering van marge-auto’s. In geschil is of X bv terecht een extra ex-rental korting claimt. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant hebben de auto’s geen aantoonbaar huurverleden, zodat geen korting verleend hoeft te worden. X bv krijgt wel belastingrente conform art. 30ha AWR, over perioden van respectievelijk 1 april 2017 t/m 29 mei 2017, 1 april 2017 t/m 31 mei 2017 en 1 april 2016 t/m 30 mei 2017. X bv gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de proceskostenvergoeding moet worden gematigd, omdat de gemachtigde van X bv in enkele duizenden soortgelijke zaken rechtsbijstand verleent, er geen van die zaken verschil van inzicht bestaat over de feiten en steeds over dezelfde, juridische geschilpunten van mening verschillen. X bv zou per zaak hooguit € 54,50 voor de bezwaarfase, € 75 voor het beroep in eerste aanleg en € 150 voor het hoger beroep kunnen krijgen. De inspecteur heeft de eerder toegekende vergoedingen van € 246 per zaak en € 1002 voor de drie zaken echter niet bestreden. Het hoger beroep is alleen gegrond vanwege het alsnog toekennen van wettelijke rente als de vergoedingen van het griffierecht niet tijdig zijn betaald.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen, Belastingrecht algemeen

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 11 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen