Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de kampeerauto na de invoer uit Frankrijk voor het eerst hier te naam is gesteld en dat dus geen sprake is van wijziging van de tenaamstelling van een auto waarop reeds het kwarttarief werd toegepast.

De heer X remigreert van Frankrijk naar Nederland en neemt een gebruikte kampeerauto mee. Na de RDW-keuring is X vanaf 31 december 2014 houder van de auto. Aanvankelijk betaalt X de motorrijtuigenbelasting middels een automatische incasso naar het gewone tarief voor een personenauto. Pas op 26 augustus 2016 verzoekt X om toepassing van het speciale kwarttarief. In geschil is of de inspecteur dit tarief slechts met terugwerkende kracht tot 30 juni 2016 toepast.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de auto na de invoer voor het eerst te naam is gesteld en dat dus geen sprake is van wijziging van de tenaamstelling van een auto waarop reeds het kwarttarief werd toegepast. X beroept zich dus vergeefs op art. 5aa lid 7 Uitv. besl. Mrb 1994. Hierin is bepaald dat de nieuwe houder geen verzoek hoeft in te dienen als de vorige houder ook al voor dat tarief in aanmerking kwam. Het gelijkheidsbeginsel is niet geschonden. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 23a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 28 februari

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen