Rechtbank Gelderland oordeelt dat het niet juist is om voor de omgevingsvergunning voor de realisatie van een fietstunnel de heffingsgrondslag voor de leges gelijk te stellen aan de aanneemsom voor het project.

Belanghebbende, X bv, vraagt bij de gemeente Nijmegen een omgevingsvergunning aan voor de realisatie van een fietstunnel. X bv heeft deze opdracht gekregen van diezelfde gemeente voor een aanneemsom van € 3.273.000. Het geschil is de hoogte van de heffingsgrondslag voor de leges. X bv stelt dat de grondslag moet worden bepaald op (alleen) de bouwkosten die vergunningplichtig zijn en dat de werkzaamheden die niet tot het bouwen van de fietstunnel horen buiten de berekening moeten blijven. De heffingsambtenaar stelt primair dat de leges te laag zijn vastgesteld omdat de grondslag had moeten worden vastgesteld op de aanneemsom. Subsidiair stelt de heffingsambtenaar dat de grondslag moet worden bepaald op het totaal van de bouwkosten, zoals deze door X bv zelf zijn opgegeven in de vergunningaanvraag.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat het niet juist is om voor de omgevingsvergunning voor de realisatie van een fietstunnel de heffingsgrondslag voor de leges gelijk te stellen aan de aanneemsom voor het project. De rechtbank merkt op dat de realisatie van de fietstunnel niet alleen bestaat uit bouwen, maar ook uit aanlegactiviteiten. Bij een dergelijk samengesteld project voorziet de tarieventabel leges in een splitsing van de te hanteren tarieven in een onderdeel leges bouwen, een onderdeel leges aanlegvergunning en een onderdeel leges welstand. De gemeente heeft de heffingsgrondslag niet te hoog vastgesteld. Het beroep van X bv is alleen gegrond in verband met een vergissing van de heffingsambtenaar bij de berekening van de leges in de uitspraak op bezwaar.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 14 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen