Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het aangifteprogramma als extra service een berekening maakt van de teruggaaf onder het voorbehoud dat hieraan geen rechten kunnen worden ontleend. X beroept zich dus vergeefs op het vertrouwensbeginsel. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X is van 2002 tot en met 30 december 2017 enig aandeelhouder van een bv die op laatstgenoemde datum is ontbonden en geliquideerd. Zijn verlies uit aanmerkelijk belang is in 2019 bij beschikking vastgesteld op een belastingkorting van € 4500. In zijn aangifte over dat jaar verwerkt X deze korting, wat volgens de uitdraai uit het aangifteprogramma van de Belastingdienst leidt tot een teruggaaf van € 6706. De daadwerkelijke teruggaaf is echter slechts € 4358. X beroept zich op het vertrouwensbeginsel. Volgens de inspecteur wordt in het aangifteprogramma een voorbehoud gemaakt dat aan de berekening of het vermelde bedrag geen rechten kunnen worden ontleend. Rechtbank Noord-Nederland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2023/49.1.7) oordeelt dat het aangifteprogramma als extra service een berekening maakt van de teruggaaf onder het voorbehoud dat hieraan geen rechten kunnen worden ontleend. X beroept zich dus vergeefs op het vertrouwensbeginsel. Het maakt niet uit dat het voorbehoud niet specifiek op de uitdraai staat. X' beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 3 december

Informatiesoort: VN Vandaag

44

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen