Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat vanwege het ontbreken van een inhoudelijk belang bij X bv de regeling voor overdracht van een algemeenheid van goederen niet behandeld hoeft te worden. De inspecteur heeft verder het juiste bedrag aan herziening in aanmerking genomen door de herziening naar tijdsgelang te berekenen. Het beroep is ongegrond.

X bv is een projectontwikkelaar en begeleidt de bouw van een studentencomplex door Y bv, de enig aandeelhouder van X bv. Vanaf mei 2019 vindt vrijgestelde verhuur aan studenten plaats. Vervolgens verkoopt Y bv in december 2019 het studentencomplex aan een stichting. X brengt een deel van de aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek in haar aangifte over het vierde kwartaal van 2019. Hierbij houdt zij rekening met niet aftrekbare voorbelasting door vrijgestelde verhuur.  Er wordt een boekenonderzoek ingesteld bij X bv. Op basis van het boekenonderzoek stelt de inspecteur dat teveel omzetbelasting in aftrek is gebracht. Tijdens het boekenonderzoek komen partijen overeen dat tussen X bv en Y bv met terugwerkende kracht een fiscale eenheid voor de BTW.  In geschil is of X een beroep kan doen op een overdracht van een algemeenheid van goederen en als dat niet kan welk bedrag aan herziening in aanmerking genomen moet worden als gevolg van de belaste levering van het studentencomplex.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het standpunt van X bv dat sprake is van een beroep op de overdracht van een algemeenheid van goederen en als gevolg daarvan de fiscale eenheid recht heeft op een BTW-teruggaaf, geen behandeling behoeft. Toepassing van de regeling leidt tot een hoger bedrag aan verschuldigde BTW. X bv verkeert dan door het instellen van het beroep in een slechtere positie dan zonder het instellen van het beroep het geval zou zijn geweest. Dit is in strijd met reformatio in peius. X bv heeft daarom geen inhoudelijk belang bij de toepassing van de regeling. Tot slot oordeelt het hof dat de inspecteur het juiste bedrag aan herziening in aanmerking genomen door de herziening naar tijdsgelang te berekenen. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:69

Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 13a

Wet op de omzetbelasting 1968 37d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 14 juli

91

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen