De heer X is vanaf 2007 houder van een kampeerwagen van het merk Moncayo. In januari 2016 verzoekt X om toepassing van het kwarttarief voor kampeerwagens met terugwerkende kracht tot en met 2007. Het verzoek wordt toegewezen, met uitzondering echter van de gewenste terugwerkende kracht. Bij uitspraak op bezwaar is dit in juni 2016 bevestigd. Pas in december 2016 gaat X in beroep. In geschil is of dit beroep door de Rechtbank Noord-Nederland terecht niet-ontvankelijk is verklaard. X stelt door de Belastingtelefoon op het verkeerde been te zijn gezet en dat hij pas in november 2016 van de RDW de bevestiging kreeg dat de auto vanaf 2007 als kampeerwagen staat geregistreerd.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de keuze van X om eerst navraag te doen bij de RDW voor zijn rekening komt. X stelt vergeefs dat de Belastingtelefoon hem had medegedeeld dat de auto als personenauto is aangegeven en dat het dus geen zin had om beroep aan te tekenen. De uitlating van de Belastingtelefoon is niet onjuist, in die zin dat een kampeerwagen volgens art. 3 Wet MRB 1994 een personenauto is. X had tijdig beroep kunnen en moeten instellen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 23a
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 6 september