Belanghebbende, X bv, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen een WOZ-beschikking en een aanslag OZB gebruikersbelasting van de gemeente Waalwijk. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar gegrond omdat X bv niet langer gebruiker is van de onroerende zaak waarop de beschikking betrekking heeft. De heffingsambtenaar kent een proceskostenvergoeding voor rechtsbijstand toe, op basis van een wegingsfactor 0,25. In beroep bepleit de gemachtigde van X bv een hogere kostenvergoeding.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat door de ontbinding van X bv het procesbelang gedurende de beroepsprocedure is komen te vervallen. Nadat namens X bv beroep is ingesteld, is X bv ontbonden en uitgeschreven bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Van het bestaan van een vereffening van het vermogen van X bv of een heropening daarvan in de zin van art. 2:23c lid 1 van het BW is niets gebleken. De omstandigheid dat de proceskostenvergoeding uiteindelijk toekomt aan de gemachtigde van X bv doet niet af aan het oordeel dat een procesbelang ontbreekt. Het beroep is niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 1:2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 17 november