X is eigenaar van een woning. De heffingsambtenaar van de gemeente Tholen verlaagt de WOZ-waarde in bezwaar naar de waarde die X voorstaat. Hij ziet af van het horen van X. X komt in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar op goede gronden heeft afgezien van het horen, nu volledig aan de bezwaren van X is tegemoetgekomen. X stelt voor de rechtbank niet dat de waarde te hoog is vastgesteld. Hij stelt alleen dat hij een aanvullende onderbouwing van de waarde wil. Dit heeft hij inmiddels gekregen. Ook is X niet ter zitting verschenen om de waarde van de woning toe te lichten. Volgens de rechtbank heeft X onder deze omstandigheden geen procesbelang. Een procesbelang bestaat enkel als een belanghebbende door een beslissing van de rechter in de betreffende belastingzaak financieel in een voordeliger positie kan komen te verkeren. Het enkele verzoek van X om de heffingsambtenaar te verplichten tot het geven van een nadere onderbouwing van de waarde van de woning, leidt niet tot een ander oordeel. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 26 mei