Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank ondanks de vermelding van een andere naam had moeten begrijpen dat de gemachtigde namens X beroep had ingesteld.

Belanghebbende, X, laat een gemachtigde beroep instellen tegen een uitspraak van de gemeente Veenendaal betreffende een drietal WOZ-beschikkingen. De uitspraak op bezwaar heeft als dagtekening 1 september 2011. Per brief van 12 oktober 2011, ingekomen bij de rechtbank op 14 oktober 2011, stelt de gemachtigde beroep in. In het beroepschrift is abusievelijk de naam van een andere belastingplichtige opgenomen. Per faxbericht van 17 oktober 2011 stuurt de gemachtigde een aangepast beroepschrift met daarin wel de naam van X. Rechtbank Arnhem oordeelt dat het namens X ingediende beroep na het einde van de termijn op 13 oktober 2011 is ingediend en daarom niet-ontvankelijk is.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank ondanks de vermelding van een andere naam had moeten begrijpen dat de gemachtigde op 12 oktober 2011 namens X beroep had ingesteld. Als bijlagen bij het beroepschrift waren immers meegestuurd de aan X gerichte uitspraken op bezwaar, een machtiging van X, taxatierapporten die blijkens het voorblad in opdracht van X waren opgesteld en de factuur die door de gemachtigde aan X was uitgereikt. Onder deze omstandigheden heeft de rechtbank de beroepen die namens X waren ingediend, ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Het hof verklaart het beroep bij de rechtbank alsnog ontvankelijk en sluit zich aan bij het compromis dat partijen hebben bereikt over de waardering van de panden van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 september

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen