X bv gaat in beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar door de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort. Ten aanzien van het te betalen griffierecht beroept X bv zich op betalingsonmacht. Dit verzoek wordt door Rechtbank Midden-Nederland afgewezen. Op 1 november 2021 doet X bv nogmaals een beroep op betalingsonmacht. De griffier stelt X bv daarop in de gelegenheid om binnen vier weken het griffierecht alsnog te voldoen. X bv voldoet daarop € 36.

Rechtbank Midden-Nederland verklaart het beroep van X bv niet-ontvankelijk omdat zij het griffierecht niet volledig heeft betaald. Het ter zitting gedane beroep op betalingsonmacht met een blote verwijzing naar de coronacrisis is onvoldoende. Daarmee maakt X bv niet aannemelijk dat zij niet in staat is om het verschuldigde griffierecht te voldoen. Het beroep wordt dan niet inhoudelijk behandeld. Dat X bv er van uitging dat het beroep inhoudelijk zou worden behandeld, is volgens de rechtbank niet van belang. Ook is niet van belang dat X bv geen beslissing heeft gehad op haar beroep op betalingsonmacht. De griffier heeft X bv namelijk nog in de gelegenheid gesteld om het verschuldigde griffierecht van € 360 te voldoen.

Lees ook het thema: Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:41