De inspecteur doet in een hoger beroepsprocedure een beroep op beperkte kennisneming van door hem in te brengen stukken. De geheimhoudingskamer buigt zich over de vraag of die beperkte kennisneming gerechtvaardigd is. De inspecteur verzuimt per afzonderlijke (interne) e-mail en per afzonderlijke geschoonde passage de gewichtige reden van beperkte kennisneming te vermelden en welke belangenafweging daarbij heeft te gelden. De inspecteur laat het bij de algemene stelling dat het recht op intern beraad in alle gevallen geheimhouding rechtvaardigt, in die zin dat dit recht altijd zwaarder weegt dan het belang van belanghebbende.
Hof Arnhem-Leeuwarden (geheimhoudingskamer) stelt vast dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat er gewichtige redenen zijn die zwaarder wegen dan het belang van belanghebbende om kennis te nemen van de stukken. Het hof bepaalt dat het schonen van stukken niet gerechtvaardigd is.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 7 oktober