X leeft gescheiden van haar ex-partner, waaraan zij alimentatie betaalt. X reist met het openbaar vervoer naar haar werk. Daarvoor ontvangt zij een reiskostenvergoeding. In geschil is of de aftrek voor openbaar vervoer, voor uitgaven van onderhoudsverplichtingen, voor specifieke zorgkosten en voor lijfrenteverzekeringspremies op het juiste bedrag is vastgesteld.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X geen recht heeft op een hogere aftrek. Terecht heeft de inspecteur de reiskostenvergoeding afgetrokken van het forfaitair bedrag. De Wet IB 2001 biedt geen ruimte om naast het forfaitaire bedrag extra kosten in aftrek te brengen. Ten aanzien van de aftrek voor onderhoudsverplichtingen, specifieke zorgkosten en lijfrenteverzekeringspremies oordeelt het hof dat X niet aan de op haar rustende bewijslast voldoet. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.124
Wet inkomstenbelasting 2001 3.87
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Wet inkomstenbelasting 2001 6.3
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 18 december
Informatiesoort: VN Vandaag