Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er gerede twijfel bestaat over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gemachtigde, zodat het hoger beroep van X niet-ontvankelijk is.

X voldoet BPM op aangifte en gaat vervolgens vergeefs in bewaar. Volgens Rechtbank Gelderland is het beroep niet-ontvankelijk. X gaat in hoger beroep en zijn gemachtigde overlegt hiertoe een machtiging. De inspecteur doet telefonische navraag bij X en stelt na nader onderzoek dat de handtekening van X niet overeen komt met de handtekening op zijn ID-bewijs en dat zijn woonadres niet klopt.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er gerede twijfel bestaat over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gemachtigde, zodat het beroep van X niet-ontvankelijk is. De gemachtigde heeft nagelaten om de twijfel te ontzenuwen. De omstandigheid dat van een advocaat geen machtiging wordt gevraagd, is geen reden om de procesvertegenwoordigingsbevoegdheid bij iedere rechtsbijstandverlener aan te nemen (vgl. HR 30 januari 2015, 14/03520, V-N 2015/10.8).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 11 augustus

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen