Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard wegens gebrek aan belang. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Aan belanghebbende, X, is een aanslag watersysteemheffing opgelegd. Deze aanslag is op 8 april 2017 met € 1,56 verminderd en tevens is het verzoek tot rentevergoeding afgewezen. Belanghebbende heeft vervolgens bezwaar gemaakt tegen deze besluiten. De heffingsambtenaar verklaart deze bezwaren niet ontvankelijk. X gaat in beroep. In beroep kent de rechtbank geen kostenvergoeding voor de bezwaarfase toe wegens gebrek aan belang. Volgens de rechtbank is de heffingsambtenaar tegemoet gekomen aan het bezwaar door een rentevergoeding toe te kennen. In geschil is of het beroep van X terecht niet-ontvankelijk is verklaard, en of er recht bestaat op vergoeding van kosten in bezwaar en welk tarief voor verletkosten moet worden gehanteerd.

Hof 's-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2019/2359) oordeelt dat X ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard wegens gebrek aan belang. Het belang bij beroep is namelijk gelegen in het feit of belanghebbende gezien het verloop en de uitkomst van de procedure aanspraak kan maken op een vergoeding van zijn kosten in de bezwaarfase. Het hof antwoordt deze vraag positief en oordeelt dan ook dat de bezwaren ten onrechte niet-ontvankelijk zijn verklaard. De rechtbank moet ook voor de bezwaarfase een vergoeding van verletkosten toekennen. De vergoeding wordt aan de hand van het minimumtarief bepaald omdat X zijn uurtarief niet voldoende heeft onderbouwd.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 3 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen