Namens X stelt Y beroep in tegen een uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Wijdemeren betreffende een WOZ-beschikking 2021. De rechtbank stelt Y driemaal per brief in kennis over het ontbreken van een (geldige) machtiging en geeft termijnen voor het herstel van dit verzuim. In de laatste brief van 29 augustus 2022 wordt uitstel gegeven tot en met 31 augustus 2022. Per brief stuurt Y op de laatste dag van augustus een niet-ingevulde volmacht. In geschil is of het beroep terecht niet-ontvankelijk is verklaard wegens het niet overleggen van een machtiging.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het beroep terecht wegens het ontbreken van een machtiging niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft meerdere termijnen gesteld waarbinnen Y de mogelijkheid heeft gekregen een geldige volmacht te overleggen. Dit is niet gebeurd. Dat de laatste termijn korter was, doet niet af aan dit oordeel. Een getekende volmacht wordt pas na de sluiting van het onderzoek ter zitting overgelegd, wat te laat is. Dit verzuim kan in hoger beroep niet meer worden hersteld. Ten overvloede merkt het hof op dat de inhoudelijke grief niet tot een verlaging van de vastgestelde WOZ-waarde zou hebben geleid.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet bestuursrecht 6:5
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 25 september
Informatiesoort: VN Vandaag