Belanghebbende, X, heeft een gemachtigde ingeschakeld die namens hem bezwaar maakt tegen de WOZ-waarde 2013. Als de gemeente het bezwaar afwijst, stelt de gemachtigde beroep in.
Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep ontvankelijk, ondanks het feit dat X niet door zijn gemachtigde op de hoogte is gesteld van het instellen van beroep. Omdat X van de schending van deze fatsoensnorm geen punt wenst te maken, is het beroep ontvankelijk, nu X in de bezwaarfase een breed opgezette machtiging heeft ondertekend die ook betrekking heeft op het instellen van beroep. De rechtbank oordeelt dat van schending van de hoorplicht door de gemeente geen sprake is. Dat er in de bezwaarfase geen hoorzitting heeft plaatsgevonden, ook na de uitspraak op bezwaar, is volgens de rechtbank het gevolg van de handelwijze van de gemachtigde van X die volgens de rechtbank in deze procedure de belangen van X uit het oog lijkt te hebben verloren. De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde niet op een te hoog bedrag is vastgesteld en verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 2:1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 18 maart