Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn, omdat de bezwaren tegen de navorderingsaanslagen zijn ingetrokken bij de ondertekening van een vaststellingsovereenkomst (VSO).

X maakt bezwaar tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2012 tot en met 2015. Tijdens de bezwaarfase onderhandelen X en de inspecteur over een VSO. X ondertekent op 21 juli 2023 de VSO, waarin hij afstand doet van het recht op bezwaar en beroep met betrekking tot de navorderingsaanslagen. De inspecteur heeft vervolgens de aanslagen verminderd conform de VSO. X verzoekt de inspecteur alsnog om vergoeding van kosten, rente en schade. Dit verzoek wordt afgewezen. X gaat in beroep en stelt dat hij geen afstand heeft gedaan van een eventuele kosten-, rente- en schadevergoeding. In geschil is of de beroepen van X ontvankelijk zijn en of X recht heeft op kosten-, rente- en schadevergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn, omdat hij met de ondertekening van de VSO zijn bezwaren heeft ingetrokken. Hierdoor is de inspecteur niet verplicht om de nevenvorderingen te beoordelen en daarover te beslissen. De beslissingen van de inspecteur om geen vergoedingen toe te kennen zijn geen voor bezwaar en beroep vatbare beschikkingen. Voor een vordering tot schadevergoeding kan X zich wenden tot de civiele rechter.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 28

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27h

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 25 november

Informatiesoort: VN Vandaag

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen