Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen niet-ontvankelijk omdat X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 waarop op 19 juli 2019 uitspraak is gedaan.
X gaat op 2 augustus 2016 respectievelijk 28 juli 2017 in bezwaar tegen aanslagen IB/PVV 2015 en 2016. Voor het jaar 2016 meldt de inspecteur dat het bezwaar valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3. Op 15 februari 2022 gaat X in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen niet-ontvankelijk omdat X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 waarop op 19 juli 2019 uitspraak is gedaan. X kan dus alleen in beroep gaan na ontvangst van een individuele uitspraak op bezwaar. X heeft nooit een individuele uitspraak aangevraagd bij de Belastingdienst en nu ruim 2,5 jaar na dato is dat te laat. De rechtbank komt tot haar oordeel dat het bezwaar van X valt onder de masaalbezwaarprocedure nu X dezelfde rechtsvraag aan de orde heeft gesteld en ook overigens voldoet aan de formele eisen. Dat het arrest van de Hoge Raad over box 3 betrekking heeft op andere belastingjaren, is niet van belang. De rechtbank verklaart de beroepen van X niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Dossiers: Box 3
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 12 juli