Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd.

X gaat op 2 augustus 2016 respectievelijk 28 juli 2017 in bezwaar tegen aanslagen IB/PVV 2015 en 2016. Voor het jaar 2016 meldt de inspecteur dat het bezwaar valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3. De rechtbank  verklaart de beroepen niet-ontvankelijk omdat X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 waarop op 19 juli 2019 uitspraak is gedaan. X kan dus alleen in beroep gaan na ontvangst van een individuele uitspraak op bezwaar. X heeft echter nooit een individuele uitspraak aangevraagd bij de Belastingdienst. In hoger beroep is onder andere in geschil of de rechtbank terecht het beroep niet ontvankelijk heeft verklaard. 

Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd. Ook is een verzoek om ambtshalve vermindering te laat gedaan. De vraag of sprake is van een individuele en buitensporige last komt in beroep terecht niet meer aan de orde, omdat volgens de massaalbezwaarprocedure alleen de rechtsvraag nog kan worden voorgelegd. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.1

Algemene wet inzake rijksbelastingen 25a

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 11 december

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Box 3

474

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen