De inspecteur constateert in de beroepsfase dat de door hem aan X opgelegde IB-navorderingsaanslag 2012 is opgelegd in strijd met het correctiebeleid. X heeft dan recht op een immateriële schadevergoeding van € 1000 en een kostenvergoeding van € 1047. In beroep stelt de gemachtigde van X dat het beroepschrift mede moet worden gezien als een verzoek om ambtshalve vermindering van de primitieve aanslag. De inspecteur is het hier mee eens.
Rechtbank Noord-Holland volgt partijen in hun stelling dat het beroepschrift mede moet worden gezien als een verzoek om ambtshalve vermindering van de primitieve aanslag. Voor het verschijnen ter zitting bestaat dan ook nog recht op een kostenvergoeding. De rechtbank kent X een immateriële schadevergoeding van € 1000 en een kostenvergoeding van € 1572 toe.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 22 juli