X maakt bezwaar tegen een door de inspecteur ambtshalve opgelegde aanslag IB/PVV 2006. Nadat dit bezwaar wegens ontbreken van een motivering niet-ontvankelijk is verklaard, doet X ruim twee jaar later (eind 2011) alsnog aangifte IB/PVV 2006 en verzoekt tegelijkertijd om ambtshalve vermindering van de aanslag conform deze aangifte. De inspecteur neemt het verzoek niet in behandeling wegens overschrijding van de vijfjaarstermijn van art. 65 AWR. Rechtbank Gelderland verklaart het tegen laatstgenoemde beslissing van de inspecteur ingestelde beroep niet-ontvankelijk, gelet op het gesloten stelsel van rechtsmiddelen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de wet die het mogelijk maakt om bezwaar te maken tegen een beslissing van de inspecteur op een verzoek om ambtshalve vermindering van aanslagen IB/PVV geen terugwerkende kracht heeft. Bezwaar en beroep tegen deze ambtshalve genomen beslissingen is mogelijk vanaf 1 januari 2010 voor tijdvakken die aanvangen op of na deze datum. Het verzoek van X is weliswaar gedaan na 1 januari 2010, maar betreft een oud tijdvak (2006). Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank het beroep van X, gericht tegen de weigering van de inspecteur om het verzoek om ambtshalve vermindering in behandeling te nemen, terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 9.6-3
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26