Vanaf 2006 draait storingsmonteur X een 24-uurs storingsdienst en moet hij 24-uur per dag beschikbaar zijn voor dit werk. X heeft van zijn werkgever een bestelauto ter beschikking gekregen. Daarnaast heeft X een privéauto. In hoger beroep is evenals in eerste aanleg in geschil of X bij zijn aangifte ib/pvv voor het jaar 2006 terecht het door de werkgever in aanmerking genomen loon heeft verminderd met € 4470, zijnde het bedrag dat door de werkgever wegens privégebruik auto tot het loon is gerekend. Hof Amsterdam overweegt dat X niet heeft doen blijken dat de bestelauto door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor goederenvervoer. Het hof volgt X ook niet in zijn standpunt dat er nooit sprake kan zijn van privégebruik omdat hij voortdurend beschikbaar is voor storingsdienst. Als X buiten werktijd gebruikmaakt van de auto, bijvoorbeeld voor een verjaardagsbezoek, zonder dat sprake is van een oproep, is volgens het hof het privé karakter zo overheersend dat de aldus gereden kilometers niet als zakelijke kilometers kunnen worden aangemerkt. Dat bij een dergelijk verjaardagsbezoek de echtgenote van X de privé auto gebruikt, opdat zij over eigen vervoer beschikt indien X een oproep krijgt, maakt dit niet anders. Alleen in het geval dat X tijdens een dergelijke privé rit wordt opgeroepen voor storingswerkzaamheden, kunnen de kilometers die worden gereden vanaf het moment van oproepen worden aangemerkt als zakelijke kilometers. Bij het uitblijven van een dergelijke oproep tijdens een rit buiten werktijd, moeten de gereden kilometers worden aangemerkt als privékilometers. X is niet geslaagd in de op hem rustende bewijslast dat maximaal 500 privé kilometers zijn verreden met de auto. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 art. 13bis
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Employee benefits, Loonbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 27 mei