X meldt zich in januari 2021 bij de Belastingdienst/Toeslagen om haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag (KOT) te bekijken. Toeslagen kent haar op 3 juni € 30.000 toe en laat daarbij weten dat de situatie nog niet helemaal is beoordeeld en dat X mogelijk recht heeft op een aanvullend bedrag. X’s situatie zou uiterlijk op 21 januari 2022 beoordeeld moeten zijn, maar op eind december 2021 laat Toeslagen weten dat er meer tijd nodig is. Op 22 januari 2022 stelt X Toeslagen in gebreke en op 17 april 2022 gaat X in beroep wegens het niet-tijdig nemen van een besluit op haar verzoek.
Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep van X gegrond. De rechtbank vindt dat Toeslagen inmiddels meer dan genoeg tijd heeft gehad om de situatie van eiseres te beoordelen en ook om aan de formele procedures te voldoen. De rechtbank vindt een beslistermijn van twee weken niet onrealistisch kort en draagt Toeslagen daarom op om binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit te nemen, op straffe van een dwangsom van € 100 voor elke dag waarmee die termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:55d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 1 juli