X dient per email bezwaar in tegen een naheffing parkeerbelasting. Dit bezwaar komt 3 dagen later per gewone post binnen bij de gemeente. In de gemeentewet is geregeld dat bezwaarschriften die niet in de laatste zes weken van het jaar binnen komen, nog in hetzelfde jaar worden afgedaan. De email viel buiten die zes weken, het schriftelijk stuk viel binnen die zes weken. Het bezwaar wordt niet binnen het kalenderjaar afgedaan. X stuurt op 2 januari van het opvolgende jaar een ingebrekestelling met het verzoek om een dwangsom. De heffingsambtenaar besluit geen dwangsom toe te kennen. X komt daartegen in bezwaar. Na afwijzing door de heffingsambtenaar en de rechtbank komt X in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden stelt vast dat X door de indiening van het bezwaar per email in verzuim is. Omdat X – zonder daartoe te zijn uitgenodigd door de heffingsambtenaar – het verzuim herstelt met een schriftelijk bezwaar concludeert het Hof dat de datum van de email bepalend is voor de beslistermijn volgens de gemeentewet. De ingebrekestelling is daarom niet prematuur. X heeft recht op een dwangsom. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 26 mei