Hof Arnhem-Leeuwarden, oordeelt onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 21 april 2023, nr. 20/04296, V-N 2023/19.15, dat de belastingaanslagen niet bekend zijn gemaakt en dat de termijnen voor bezwaar en de beslissing daarop nog niet zijn aangevangen. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen wordt niet-ontvankelijk verklaard.

X nv is in 2004 opgericht naar het recht van Curaçao en maakt deel uit van een groep van vennootschappen die zich gezamenlijk bezighoudt met de exploitatie van twee internetcasino’s. In 2014 worden de activiteiten verkocht aan een Zweedse partij. X nv wordt in 2015 geliquideerd. De inspecteur legt eind 2016 diverse belastingaanslagen op aan X nv. Hierover wordt tot aan de Hoge Raad geprocedeerd. De Hoge Raad oordeelt dat de belastingaanslagen nog niet bekend zijn gemaakt, omdat X nv is opgehouden te bestaan. De termijn waarbinnen de inspecteur op de bezwaren moet beslissen, is dan nog niet aangevangen. Omdat de inspecteur nog niet in gebreke is, kan X nv geen beroep instellen. In maart en december 2017 legt de inspecteur VPB-(navorderings)aanslagen 2014 op aan X nv. X nv gaat ook tegen deze aanslagen in bezwaar, en vervolgens in beroep wegens het niet tijdig nemen van beslissingen op bezwaar.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 21 april 2023, nr. 20/04296, V-N 2023/19.15, dat de belastingaanslagen niet bekend zijn gemaakt en dat de termijnen voor bezwaar en de beslissing daarop nog niet zijn aangevangen. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen wordt niet-ontvankelijk verklaard. Een dwangsom kan niet aan de orde zijn. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:10

Algemene wet bestuursrecht 6:2

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 9 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

189

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen