Het besluit heffingskortingen is geactualiseerd. In het besluit zijn goedkeuringen opgenomen voor de toepassing van de heffingskortingen in de IB, LB en premie volksverzekeringen. Twee onderdelen zijn vervallen, waardoor enkele goedkeuringen zijn vernummerd. Ook zijn de voorbeelden in onderdeel 3.1 aangepast aan een wetswijziging. Er zijn geen beleidswijzigingen beoogd.

De goedkeuring in onderdeel 3 (oud) is vervallen. De goedkeuring is niet meer nodig vanwege de wijziging per 1 januari 2025 van art. 8.10 lid 2 Wet IB 2001. Voor het bepalen van de hoogte van de algemene heffingskorting wordt door aan te sluiten bij het verzamelinkomen al rekening gehouden met het te conserveren inkomen.

Ook de goedkeuring in onderdeel 4.5 (oud) is komen te vervallen. De goedkeuring is niet langer nodig vanwege de wijziging per 1 januari 2025 van art. 8.14a lid 1 Wet IB 2001. Hiermee is niet langer vereist dat een kind op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven, maar dat het kind en de belastingplichtige tot hetzelfde huishouden behoren.

De voorbeelden in het nieuwe onderdeel 3 over de inkomensafhankelijke combinatiekorting en fiscaal partnerschap over een deel van het kalenderjaar zijn aangepast.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025. Het besluit van 19 september 2023, nr. 2023-17530, V-N 2023/42.22.2, is per die datum ingetrokken.

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 13 december

Informatiesoort: VN Vandaag

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen