De Ecofinraad heeft op 5 november 2024 een politiek akkoord bereikt over het richtlijnvoorstel BTW in het digitale tijdperk (VAT in the Digital Age / ViDA). Het akkoord is tot stand gekomen na twee jaar onderhandelen. Dit betekent onder andere dat beheerders van onlineplatforms voor passagiersvervoer en voor kort verblijf, zoals Uber en Airbnb, verantwoordelijk worden voor het innen en afdragen van BTW van individuele chauffeurs en verhuurders die dat zelf niet doen.

Hof Amsterdam oordeelt dat het werkelijke rendement conform de juni-arresten van de HR ook bestaat uit waardemutaties bestaat die niet tot een kasstroom hebben geleid.

De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een nieuw standpunt gepubliceerd over de vergoeding van laadkosten van de auto van de zaak. Het standpunt van 8 maart 2023, nr. KG:204:2022:31, V-N 2023/26.3.3, is hierbij ingetrokken.

De Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (V-N 2023/30.20) treedt per 1 januari 2026 in werking. Deze wet wijzigt bepalingen over elektronisch bestuurlijk verkeer in de Awb en andere wetten, zoals de AWR, Awir, IW 1990, Wbm en WVA.

De Staatssecretaris van Financiën heeft het Verzamelbesluit Toeslagen gewijzigd. De aanpassingen hebben betrekking op een nieuw onderdeel waarmee terugwerkende kracht wordt gegeven aan een eerdere wetswijziging met betrekking tot het koppelingsbeginsel.

De Belastingdienst heeft een toelichting Beoordeling arbeidsrelaties gepubliceerd. In de toelichting wordt het op 1 november 2024 actuele beslis- en afwegingskader weergegeven voor de privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Het convenant tussen de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en de Belastingdienst inzake de uitvoering van de Registratiewet 1970, versie 1 juli 2024, is in de Staatscourant gepubliceerd.

De rechter constateert dat een man bij de koop van een woning niet de intentie had om de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gaan gebruiken. De inspecteur heeft terecht, zo vindt de rechter, het tarief van (indertijd nog) 8 procent overdrachtsbelasting toegepast. Een andere rechter oordeelt in een vergelijkbare situatie echter wél dat het 2 procentstarief geldt. Het advies is dus om in voorkomende gevallen bezwaar en beroep aan te tekenen als de inspecteur 10,4 procent overdrachtsbelasting berekent.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat sprake is van een economische eigendomsoverdracht van de vastgoedportefeuille. De overeenkomst omvat namelijk een samenstel van rechten en verplichtingen dat een economisch belang vertegenwoordigt met betrekking tot de vastgoedportefeuille. De naheffingsaanslag OVB is terecht opgelegd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft de nota van wijziging bij de Fiscale verzamelwet 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze nota van wijziging past een eerder voorgestelde belastingvermindering van de overdrachtsbelasting aan.

Het kabinet-Schoof wil per 1 januari 2026 het tarief van de overdrachtsbelasting voor huurhuizen en vakantiewoningen verlagen van 10,4 procent naar 8 procent. De voorgestelde verlaging geldt echter alleen voor woningen, en niet voor overige objecten zoals bedrijfspanden. "Dit is onlogisch en niet te rechtvaardigen", stelt fiscalist Wil Vennix in een opiniestuk in het FD.

Op 15 oktober jongstleden publiceerde de Kennisgroep overdrachtsbelasting een standpunt over de inbrengvrijstelling overdrachtsbelasting van artikel 15, eerste lid, onderdeel e, onder 2, WBR. Dat standpunt roept gemengde gevoelens op.