De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit rechtsherstel box 3 gepubliceerd. In het besluit staat de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen in box 3 voor nog niet onherroepelijk vaststaande en nog niet vastgestelde aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2017 tot en met 2022.
Dit besluit is tot stand gekomen naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021, 21/01243, V-N 2022/2.3 (het Kerstarrest). Bij het rechtsherstel wordt uitgegaan van de werkelijke samenstelling van het vermogen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij het werkelijk behaalde rendement, geldt voor iedere vermogenscategorie een afzonderlijk forfaitair rendementspercentage.
In onderdeel 2 van het besluit wordt de doelgroep omschreven. Rechtsherstel wordt geboden aan drie groepen belastingplichtigen: de tijdig bezwaarmakers, belastingplichtigen met op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststaande aanslagen IB/PVV 2017-2020 en belastingplichtigen waarvan deze aanslag nog niet is vastgesteld.
In onderdeel 3 wordt in vier stappen beschreven hoe het nieuwe voordeel uit sparen en beleggen wordt berekend. Onderdeel 4 beschrijft de rechtsbescherming van belastingplichtigen die het niet eens zijn met het besluit.
Het besluit is erop gericht om op een geautomatiseerde wijze uitvoering te geven aan het Kerstarrest en treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Dossiers: Box 3
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 1 juli
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel