Eiseres, X bv, houdt zich bezig met de exploitatie van onroerende zaken. Tot haar vermogen behoort een perceel grond en een bedrijfspand. Het pand wordt verhuurd en is in 2006 verkocht voor € 2.450.000. Op dat moment heeft het pand een boekwaarde van € 1.513.818. In 2008 heeft X bv voor € 322.731 geïnvesteerd in een verhuurd bedrijfsgebouw in de VS. X bv doteert de gehele verkoopwinst van het pand aan een herinvesteringsreserve. In geschil is of dit terecht is.

Rechtbank ‘s-Gravenhage overweegt dat de gehele verkoopwinst, ongeacht de (vermoedelijke) omvang van de vervangingsinvesteringen, gereserveerd kan worden en blijven indien en zolang het voornemen tot herinvestering van de opbrengst bestaat. Met de investering in de VS heeft X bv het bestaan van het vervangingsvoornemen aannemelijk gemaakt. Daarentegen maakt de belastingdienst niet aannemelijk dat het vervangingsvoornemen niet verder reikte dan de omvang van die investering. De rechtbank oordeelt verder dat de boekwaarde-eis eerst geldt bij afboeking, oftewel aanwending van de herinvesteringsreserve en niet reeds bij de vorming daarvan. De rechtbank verklaart het beroep van X bv gegrond.

[Bron Uitspraak]