Hof 's-Hertogenbosch beslist dat het bestand houderschapsbelasting wel een rol heeft gespeeld bij het opleggen van de naheffingsaanslag omzetbelasting. Het bestand behoort tot de stukken van het geding.

De ondernemingsactiviteiten van X bv bestaan uit de verhuur van een bedrijfsverzamelgebouw, de handel in onroerend goed en de handel in (gebruikte) auto's. Bij een boekenonderzoek constateert de inspecteur verschillen tussen de ingediende aangiften omzetbelasting en de administratie van X bv. De huurinkomsten zijn niet volledig verantwoord en de margeregeling is vanaf het jaar 2008 niet van toepassing. Ook zijn op basis van een vergelijking van het bestand van de Rijksdienst voor het Wegverkeer met auto's die voor de houderschapsbelasting op naam van X bv hebben gestaan (hierna: het bestand houderschapsbelasting) met de administratie van X bv, extra in- en verkopen van auto's gecorrigeerd, hetgeen leidt tot hogere aftrek voorbelasting en hogere verschuldigde omzetbelasting over verkopen. Gevolg is de in geschil zijnde naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009 met een vergrijpboete van 50%. De rechtbank handhaaft de naheffingsaanslag maar vermindert de boete vanwege overschrijding van de redelijke termijn. X bv gaat in hoger beroep.

Volgens Hof 's-Hertogenbosch is niet in geschil dat het bestand houderschapsbelasting een rol heeft gespeeld bij het opleggen van de naheffingsaanslag en dus tot de stukken van het geding behoort. Op basis van een vergelijking van het bestand houderschapsbelasting met de administratie van X bv heeft de inspecteur extra in- en verkopen van auto's gecorrigeerd. Nu de inspecteur weigert om een ongeschoonde versie van het bedoelde bestand te overleggen vervallen de correcties met betrekking tot de in- en verkoop van auto's en het niet toepassen van de margeregeling. De naheffingsaanslag en boetebeschikking worden daarom verminderd. Gesteld nog gebleken is dat het bestand houderschapsbelasting is gebruikt ten aanzien van de overige correcties. Gelet op de hoogte van de behaalde omzet, moet X bv zich er bewust van zijn geweest dat een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting niet zou worden voldaan. Dit leidt tot omkering en verzwaring van de bewijslast, aldus het hof. Vervolgens beslist het hof dat de inspecteur de huurinkomsten redelijk heeft geschat door deze vast te stellen op het bedrag van de in aftrek gebrachte kosten van de onroerende zaak. Voor een verdere vermindering van de vergrijpboete dan de door de rechtbank toegepaste vermindering van 20% vanwege overschrijding van de redelijke termijn is geen plaats. De redelijke termijn in hoger beroep is namelijk niet overschreden. Het hoger beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 7 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen