De civiele kamer van Hof 's-Hertogenbosch veroordeelt X tot betaling van een voorschot van € 3 mln. Het is voldoende aannemelijk dat X voor minimaal € 3 mln aansprakelijk zal zijn.

Belanghebbende, X, is bestuurder van A bv. A bv houdt zich bezig met het aantrekken van gelden op de openbare markt door het uitgeven van obligaties. De opbrengst wordt belegd in geselecteerde ondernemingen, waaronder een houtplantage in A-land en een bosbouwconcessie in B-land. In 2006 zegt de Fortis-bank de relatie met A bv op, omdat A bv niet voldoet aan het verzoek van Fortis om de verdenking van onrechtmatig ‘piramideren'. weg te nemen. Vervolgens stelt de FIOD een strafrechtelijk onderzoek in tegen X. Hieruit blijkt dat A bv slechts een gering deel van de inleg gebruikt voor beleggingsdoeleinden, en dat het vermoeden rijst dat er sprake is van een rentecarrousel. A bv wordt in 2009 failliet verklaard. Vervolgens eisen de curatoren dat X jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor het gehele boedeldeficit, en tot betaling van een voorschot van € 30 mln. De civiele kamer van Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart X hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele boedeldeficit, maar niet tot betaling van het voorschot van € 30 mln. In hoger beroep vorderen de curatoren betaling van een voorschot van € 3 mln. X is het niet eens met de aansprakelijkstelling. Verder stelt hij dat de curatoren zelf de hoogte van het boedeltekort (mede) hebben veroorzaakt.

De civiele kamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X zijn taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld, en dat aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement van A bv. Het is volgens het hof aan X te wijten dat er gelden werden aangetrokken die niet of maar voor een zeer klein deel werden geïnvesteerd en dat de verplichtingen vooruit werden geschoven. Uit niets is gebleken dat de aan de obligatiehouders voorgespiegelde percentages (uiteindelijk) zouden kunnen worden uitbetaald uit de bedrijfsvoering en dat ook alle inleg daaruit terugbetaald kon worden. Vervolgens stelt het hof vast dat voldoende aannemelijk is dat X voor minimaal € 3 mln aansprakelijk zal zijn. X wordt veroordeeld tot betaling van een voorschot van € 3 mln.

Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 2 2:248

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Insolventierecht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 12 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen