De Hoge Raad oordeelt dat X niet verplicht is om op eigen initiatief de ontvanger te informeren over de handelwijze van de bank. In zoverre is er dan ook geen sprake van onbehoorlijk bestuur.

F bv is een van de aandeelhouders van E bv. Belanghebbende, X, houdt de aandelen in F bv. Medio 2007 wordt F bv benoemd tot bestuurder van E bv. Op 30 juni 2008 zegt M bv, in feite de enige opdrachtgever van E bv, een vervoerscontract op, waardoor E bv niet langer meer levensvatbaar is. Onder druk van de Rabobank wordt vervolgens de schuld aan de bank afgelost, maar worden de belastingen niet betaald. E bv failleert in december 2008. De ontvanger stelt X vervolgens aansprakelijk voor bijna € 300.000. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X terecht, als bestuurder van E bv, aansprakelijk is gesteld, en dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur. De opbrengst van de verkoop van de activa is namelijk gebruikt voor het aflossen van de lening van de Rabobank, en niet voor het betalen van de aangegeven OB en LB. X en de staatssecretaris gaan in cassatie. In cassatie stelt X dat hij de aflossingen en verrekeningen niet kon tegenhouden, omdat alle betalingen die E bv ontving binnen kwamen op de bankrekening bij de Rabobank, en dat de Rabobank alle betalingen via verrekening naar zich toe trok.

De Hoge Raad oordeelt dat X niet verplicht is om op eigen initiatief de ontvanger te informeren over de handelwijze van de bank, en dat er in zoverre geen sprake is van onbehoorlijk bestuur. Verder heeft het hof volgens de Hoge Raad miskend dat er, ondanks de hoofdelijke aansprakelijkheid, wel degelijk sprake kan zijn van schending van het gelijkheidsbeginsel als X als enige bestuurder aansprakelijk wordt gesteld. Ook is de Hoge Raad het met de staatssecretaris eens dat het faillissement van E bv nog niet betekent dat X geen aangiften meer hoeft te doen en de verschuldigde belasting niet meer hoeft te betalen. Volgens de Hoge Raad staat de bevoegdheid van de curator om de belastingschulden van E bv te voldoen er namelijk niet aan in de weg dat het aan kennelijk onbehoorlijk bestuur van X is te wijten dat de curator de belasting over de maand november 2008 niet heeft betaald. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Invordering

Instantie: Hoge Raad

Editie: 3 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen