Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat bij X het in rechte te beschermen vertrouwen is gewekt dat de betalingsonmacht van de bv tijdig bekend was bij de Belastingdienst en dat dit in de weg staat aan zijn latere aansprakelijkstelling.

X is bestuurder van een niet meer actieve bv, die eind 2012 een grote post crediteuren op haar balans heeft staan. Bij een boekenonderzoek constateert de inspecteur dat de bv de afgetrokken voorbelasting weer is verschuldigd, omdat na het opeisbaar worden van de facturen meer dan twee jaren zijn verstreken. In geschil is of X aansprakelijk is voor deze naheffing. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de vermeende melding van betalingsonmacht niet rechtsgeldig, omdat de naheffing het gevolg was van opzet of grove schuld. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat bij X het in rechte te beschermen vertrouwen is gewekt dat de betalingsonmacht van de bv tijdig bekend was bij de Belastingdienst en dat dit in de weg staat aan zijn latere aansprakelijkstelling. X stelt met succes dat hij destijds niet werd bijgestaan door een professionele adviseur en dat zijn interne boekhouder niet op de hoogte was van de BTW-regelgeving. De naheffing was daarom niet het gevolg van grove schuld. De betalingsonmacht van de bv is meerdere keren aan de orde geweest tijdens en na het boekenonderzoek. Het beroep van X is gegrond. De aansprakelijkstelling wordt vernietigd.

Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 7

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 27 juli

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen