Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur ondanks bewezen malversaties niet aannemelijk maakt dat Y bv eind 2009 niet meer aan haar pensioenverplichting kan voldoen. Van het afkopen of afzien van de pensioenaanspraak is geen sprake.

X heeft een pensioenaanspraak bij Y bv waarvan hij enig aandeelhouder is. Y bv verkoopt alle aandelen Z bv. Uiteindelijk failleert Z bv. X en Y bv zijn na een gerechtelijke uitspraak wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur hoofdelijk aansprakelijk voor het totale faillissementstekort van Z bv.

Volgens de inspecteur is de pensioenaanspraak van X in 2009 afgekocht dan wel prijsgeven. Door het leeghalen van Z bv en de daaropvolgende verkoop aan een katvanger kan Y bv niet langer haar pensioenverplichtingen nakomen. De inspecteur berekent de overdrachtswaarde van de pensioenaanspraak op € 982.511. In geschil is of de inspecteur deze waarde in 2009 terecht belast.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur ondanks bewezen malversaties niet aannemelijk maakt dat Y bv eind 2009 niet meer aan haar pensioenverplichting kan voldoen. Van het afkopen of afzien van de pensioenaanspraak is geen sprake. Eind 2009 was het nog maar de vraag of aanspraakstelling zou plaatsvinden, en zo ja, tot welk bedrag. Bovendien keert de bv in 2010, 2011 en 2012 aan X pensioen uit. Ook is niet gebleken dat X formeel-juridisch afstand doet van zijn pensioenaanspraken. X' beroep is gegrond.

Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Wet op de loonbelasting 1964 19b

Instantie: Rechtbank Gelderland

Rubriek: Loonbelasting

Editie: 4 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

711

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen