Belanghebbende, X, verkoopt zijn aandelen in A Beheer bv (hierna: de bv) op 2 januari 2010 aan B. De levering daarvan vindt plaats op 9 augustus 2011. B staat met ingang van 1 januari 2010 bij de KvK ingeschreven als formeel bestuurder van de bv. Naar aanleiding van de bevindingen van een onderzoek in het kader van bestuurdersaansprakelijkheid is X als feitelijk bestuurder van de bv aangemerkt. X wordt vervolgens, door de ontvanger, aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven belastingschulden van de bv. X komt in beroep tegen de beschikking aansprakelijkstelling. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant kan X vanaf 1 januari 2010 als bestuurder van de bv worden aangemerkt, ook al staat hij niet in het handelsregister als zodanig geregistreerd. X is steeds beleidsbepalend actief geweest en terecht als feitelijk bestuurder aansprakelijk gesteld voor de onbetaald gebleven belastingschulden van de bv. De aansprakelijkstelling wordt wel verminderd met de kosten en invorderingsrente die zijn belopen na het opleggen van de naheffingsaanslagen. In zoverre is het beroep gegrond. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch beslist in navolging van de rechtbank dat de ontvanger aannemelijk heeft gemaakt dat X feitelijk bestuurder was van de bv. Volgens het hof heeft er voor een aantal naheffingsaanslagen wel tijdige melding van betalingsonmacht plaatsgevonden voor een aantal niet. De niet betaling van de verschuldigde belasting is echter het gevolg van aan X te wijten onbehoorlijk bestuur. Uit hetgeen is vastgelegd in het overgelegde controlerapport, dat door X onvoldoende is bestreden, blijkt namelijk dat de bv geen deugdelijke administratie voerde. X moet zich hiervan als feitelijk leidinggevende bewust zijn geweest. De aansprakelijkstelling, ook voor de naheffingsaanslagen waarvoor tijdige melding heeft plaatsgevonden, is terecht. Het hoger beroep is ongegrond.
Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2