Verschillende bewoners van het recreatieterrein ‘Maaspark de Lithse Ham' (hierna: belanghebbenden) vragen bij de gemeente Oss een zogeheten persoonsgebonden gedoogbeschikking aan voor het permanent bewonen van hun recreatieverblijf. In verband met het in behandeling nemen van deze aanvragen legt de heffingsambtenaar legesaanslagen op aan de bewoners ter grootte van € 325. Met één bezwaarschrift wordt door meerdere bewoners bezwaar gemaakt tegen de leges.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat een bestuursorgaan niet in één geschrift uitspraak mag doen op bezwaarschriften die namens verschillende belastingplichtigen zijn ingediend. Dat de gemachtigde van belanghebbenden ook met één geschrift bezwaar heeft gemaakt, doet aan het voorgaande niet af. Nu belanghebbenden door het formele gebrek in de uitspraken op bezwaar niet zijn benadeeld, zal de rechtbank hieraan met toepassing van art. 6:22 Awb voorbijgaan. Inhoudelijk oordeelt de rechtbank dat het verlenen van een op aanvraag verstrekte persoonsgebonden gedoogbeschikking voor het permanent bewonen van een recreatieverblijf in overwegende mate verband houdt met het individuele belang van belanghebbenden. De heffingsambtenaar was dus bevoegd leges bij belanghebbenden in rekening te brengen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:22
Algemene wet inzake rijksbelastingen 24a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 24 maart