Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een aanslag hondenbelasting. Hij verzoekt daarbij om een vergoeding van de kosten van bezwaar. De heffingsambtenaar vermindert de aanslag hondenbelasting naar nihil, maar weigert de gevraagde kostenvergoeding. In geschil is of de heffingsambtenaar mocht afzien van het horen van X.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat er geen rechtsregel is die het bestuursorgaan verplicht om een bezwaarmaker te horen over diens verzoek om een kostenvergoeding. Nu in dit geval de heffingsambtenaar op het materiële geschilpunt volledig aan het bezwaar van X is tegemoetgekomen, mocht de heffingsambtenaar aan het hoorverzoek voorbijgaan. Dat de heffingsambtenaar niet ls tegemoetgekomen aan het verzoek van X om een kostenvergoeding, maakt dat niet anders. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht geen bezwaarkostenvergoeding heeft toegekend, nu X zelf het bezwaar heeft opgesteld en ondertekend. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Algemene wet bestuursrecht 7:3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 21 juni